Howard Rheingold over samenwerken

Ik ben hier om uw hulp in te roepen om het verhaal over hoe de mens en andere schepsels dingen voor elkaar krijgen te hervormen.

Hier is het oude verhaal. We hebben al een beetje over gehoord. Biologie is oorlog waarin alleen de sterksten overleven. Bedrijven en naties slagen alléén door het verslaan, vernietigen en domineren van de concurrentie.

Politiek gaat over het winnen van jouw kant ten koste van alles. Maar ik denk dat we het prille begin van een nieuw verhaal kunnen zien ontstaan. Het is een vertelling verspreid over een aantal verschillende disciplines waarin samenwerking, collectieve actie en complexe afhankelijkheden een belangrijkere rol spelen.

En de centrale, maar niet allerbelangrijkste rol van concurrentie en het overleven van de sterkste krimpt een beetje om ruimte te maken.

Ik begon na te denken over de relatie tussen communicatie, media en collectieve actie toen ik Smart Mobs schreef en ontdekte dat ik erover na bleef denken nadat ik klaar was met het boek.

Als je terugkijkt hebben menselijke communicatiemedia en de manieren waarop we ons sociaal organiseren al lange tijd gecoëvolueerd. Mensen hebben zeer veel langer geleefd dan de ongeveer 10.000 jaren van gevestigde agrarische beschaving.

In kleine familiegroepen vangen nomadische jagers konijnen en verzamelen ze voedsel. De vorm van rijkdom in die dagen was voldoende voedsel om in leven te blijven. Maar op een gegeven moment kwamen ze samen om in een groter verband te jagen. En we weten niet precies hoe ze dit deden.

Toch hebben ze enkele collectieve actieproblemen moeten oplossen. Het heeft geen zin om op mastodonten te jagen terwijl je met andere groepen vecht.

Nogmaals, we hebben geen idee maar het is duidelijk dat een nieuwe vorm van rijkdom moest ontstaan. Meer eiwit dan een jagersfamilie kan eten voordat het verrot.

Dat riep de sociale vraag op waarvan ik geloof dat het nieuwe sociale vormen heeft opgeleverd. Hebben de mensen die dat mastodontenvlees aten iets te danken aan de jagers en hun families? En zo ja, hoe regelden ze dat dan?

Nogmaals, we kunnen het niet weten, maar we zijn er behoorlijk zeker van dat hierin een bepaalde vorm van symbolische communicatie betrokken moest zijn. Natuurlijk leidde de landbouw tot de eerste grote beschavingen de eerste steden van modder en steen, de eerste rijken.

En het waren de beheerders van deze rijken die mensen begonnen in te huren om het graan en de schapen en de wijn die verschuldigd was bij te houden En de belastingen die daarvoor verschuldigd waren door markeringen te zetten, destijds markeringen op klei.

Niet lang daarna werd het alfabet uitgevonden. En dit krachtige gereedschap was voor duizenden jaren gereserveerd voor de elite van beheerders die de rekeningen voor de rijken bijhielden. En toen maakte en andere communicatietechnologie nieuwe media mogelijk.

De drukpers was een feit en in decennia werden miljoenen mensen geletterd. En vanuit geletterde bevolking onstonden nieuwe vormen van gezamelijke actie in de gebieden van kennis, religie en politiek. We zagen wetenschappelijke revoluties, de protestantse reformatie, constintutionele democratieën die daarvoor niet mogelijk waren.

Niet gecreëerd door de drukpers maar mogelijk gemaakt door de collectieve actie die ontstaat uit alfabetisme. En wederom onstonden nieuwe vormen van rijkdom. Nu is handel oud. Markten zijn zo oud als kruispunten.

Maar kapitalisme zoals we het kennen is maar een paar honderd jaar oud, mogelijk gemaakt door coöperatieve regelingen en technologieën, zoals bedrijven met gemeenschappelijke aandeelhouders, gedeelde aansprakelijkheidsverzekering en dubbel boekhouden.

Nu zijn deze technologieën natuurlijk gebaseerd op het Internet. En in het veel-op-veeltijdperk is elke PC een drukpers, een zendstation, een gemeenschap of een marktplaats. Evolutie neemt in snelheid toe.

Sinds kort maakt deze kracht zich los van de PCs en springt van de desktops. En zeer zeer snel zullen we een belangrijk deel, zo niet de meerderheid van het menselijk ras rond zien lopen met supercomputers verbonden met snelheden groter dan wat wij vandaag beschouwen als breedband.

Toen ik op op onderzoek ging naar gezamenlijke actie spreekt de voornaamste literatuur over wat sociologen “sociale dilemma’s” noemen. Er zijn een aantal mythische verhalen van sociale dilemma’s.

Ik zal er twee bespreken: het dilemma van de gevangene en de tragedie van de meent. Toen ik er met Kevin Kelly over sprak verzekerde hij mij dat iedereen in dit publiek de details wel kent van het dilemma van de gevangene. Dus zal ik dat zeer zeer kort bespreken. Als je daar meer vragen over hebt, vraag Kevin Kelly. (gelach)

Het dilemma van de gevangene is eigenlijk een verhaal dat bovenop een wiskundige matrix uit de speltheorie ligt uit de vroege jaren van het denken over kernoorlog: twee spelers die elkaar niet kunnen vertrouwen. Laat me zeggen dat elke ongedekte transactie een goed voorbeeld van het dilemma van de gevangene is. Persoon met de goederen, persoon met het geld, omdat ze elkaar niet kunnen vertrouwen wisselen ze niets uit. Geen van beiden wil de eerste zijn of ze krijgen het lid op de neus. Maar beiden verliezen ze, want ze krijgen niet wat ze willen. Als ze het maar eens kunnen worden, als ze het dillemma van de gevangene kunnen omzetten in een andere beloningsmatrix, een verzekeringsspel genoemd, dan konden ze door.

20 jaar geleden gebruikte Robert Axelrod het dilemma van de gevangene als de toets voor de biologische vraag: Als wij hier zijn omdat onze voorouders zulke felle concurrenten waren, hoe bestaat samenwerking dan ooit? Hij begon een computertoernooi voor mensen om strategieën voor het dillema van de gevangene in te dienen en ontdekte, tot zijn grote verbazing, dat een zeer zeer eenvoudige strategie won. Het won het eerste toernooi en, zelfs nadat iederen wist dat het won, won het het tweede toernooi. Dit staat bekend als oog-om-oog.

Een ander economisch spel dat mogelijk minder bekend is dan het dilemma van de gevangene is het ultimatumspel. Dat is ook een zeer interessante toets van onze aannames over de manier waarop mensen economische transacties doen. Zo wordt het spel gespeeld.

Er zijn twee spelers. Ze hebben het spel hiervoor nog nooit gespeeld. Ze zullen het spel niet nog een keer spelen. Ze kennen elkaar niet. En ze zijn, in feite, in gescheiden ruimtes. De eerste speler krijgt honderd dollar aangeboden en wordt gevraagd een verdeling voor te stellen: 50/50, 90/10. Wat die speler ook wil voorstellen.

Of de tweede speler accepteerd de verdeling, en beide spelers worden uitbetaald en het spel is voorbij, of verwerpt de verdeling en geen van de twee spelers wordt uitbetaald en het spel is voorbij. Nu vertelt de fundamentele basis van neoklassieke economie dat het irrationeel is om een dollar te verwerpen omdat iemand in een andere ruimte die je niet kent 99 dollar krijgt.

Echter in duizenden experimenten met Amerikaanse, Europese en Japanse studenten wijst een belangrijk percentage elk bod af dat niet dicht bij 50/50 ligt. En ondanks dat ze waren doorgelicht en het spel niet kenden en daarvoor nooit gespeeld hadden leken ze dit van nature te weten. omdat het gemiddelde voorstel verrassend dicht bij 50/50 lag.

Het interessantse stuk toont zich recentelijker toen antropologen dit spel meenamen naar andere culturen en ontdekten, tot hun verrassing, dat de kap-en-brand landbouwers in de Amazone, of nomadische grasboeren in Centraal-Azië, of een dozijn andere culturen — elk radikale verschillende ideeën over billijkheid hadden. Dit suggereert dat, in plaats van een natuurlijk gevoel voor billijkheid, ergens de basis van ons economische transacties beïnvloed wordt door onze sociale instellingen— of we dat nou weten of niet.

Het andere voorname verhaal van sociale dilemma’s is de tragedie van de meent. Garret Hardin gebruikte dit om over overbevolking te praten in de late zestiger jaren. Hij gebruikte het voorbeeld van een gemeenschappelijk grasland waar elke persoon, eenvoudigweg om hun eigen veestapel te maximaliseren, leidde tot overbegrazing en de uitputting van de bron.

Hij trok de nogal mistroostige conclusie dat mensen onvermijdelijk elke gemeenschappelijke bronnen zullen plunderen wanneer mensen in het gebruik ervan niet beperkt kunnen worden.

Eleanor Ostrom, een politieke wetenschapper stelde in 1990 de interessante vraag die elke goede wetenschapper dient te vragen: is het echt waar dat de mens altijd haar meent zal plunderen? Ze ging op onderzoek naar welke gegevens ze kon vinden. Ze bekeek duizenden gevallen waarin mensen deelden in stroomgebieden, bosbouw en visserijen en ontdekte dat, ja, geval voor geval vernietigde de mens de meent waarvan ze afhankelijk waren. Maar ze vond ook veel gevallen waarin mensen het dilemma van de gevangene wisten te ontvluchten. De tragedie van de meent is in feite het dilemma van de gevangene met meerdere spelers. Ze zei dat mensen alleen gevangenen zijn als ze zichzelf zo beschouwen.

Ze ontsnapten door instellingen voor collectieve actie te creëren. En ze ontdekte, volgens mij heel interessant, dat er bij die instellingen die werkten een aantal gemeenschappelijke ontwerpprincipes hadden en die principes leken te ontbreken bij de instellingen die niet werkten.

Ik ga snel over een aantal disciplines. In biologie worden de begrippen van symbiose, groepselectie en evolutionaire psychologie omstreden, dat is zeker. Maar er is zeker geen belangrijk debat meer over het feit dat coöperatieve regelingen zich van een perifere rol naar een centrale rol hebben verplaatst in biologie. Van het niveau van de cel naar het niveau van de ecologie.

Nogmaals, ons begrippen van individuen als economische wezens hebben zich omgedraaid. Rationele zelfinteresse is niet altijd de dominante factor. In feite zullen mensen handelen om bedriegers te bestraffen, zelfs als dat henzelf wat kost.

Onlangs toonden neurofysiologische maatregelen dat mensen die bedriegers in economische spelen bestraffen activiteiten vertonen in de beloningcentra van het brein. Dit liet een wetenschapper verklaren dat altruïstische bestraffing wel eens de lijm kan zijn die samenlevingen samenhoudt.

Nu, ik heb het gehad over hoe nieuwe vormen van communicatie en nieuwe media in het verleden hielpen om nieuwe economische vormen te creëren. Handel is oud. Markten zijn zeer oud. Kapitalisme is redelijk recent. Socialisme onstond als een reactie hierop. En toch wordt er heel weinig gesproken over hoe de volgende vorm kan ontstaan.

Jim Surowiecki vermelde kort Yochai Benkler’s rapport over open source, verwijzend naar een nieuwe productievorm: peer-to-peer productie.

Ik wil dat je onthoudt dat, als in het verleden, nieuwe vormen van samenwerking, mogelijk gemaakt door nieuwe technologieën, nieuwe vormen van rijkdom creëerden, we wel eens naar weer een andere economische vorm kunnen bewegen. die belangrijk verschilt van de vorige.

Laten we eens kort naar wat bedrijven kijken. IBM, weet je, HP, Sun— sommigen als meest felle concurrenten in de IT-wereld maken hun software open source en maken hun portfolio aan patenten beschikbaar voor de meent.

Eli Lilly—in wederom een fel concurrerende farmaceutische wereld— heeft een markt gecreëerd voor oplossingen voor farmaceutische problemen.

Toyota, in plaats van haar leveranciers als marktplaats te behandelen, behandelt ze als een netwerk en traint ze om beter te produceren, zelfs ondanks dat ze hiermee ook betere voor haar concurrenten produceren.

Nu doet geen van deze bedrijven dit uit altruïsme. Ze doen dit omdat ze leren dat een bepaalde manier van delen in hun zelfinteresse is.

Open source-productie heeft ons laten zien dat wereldklasse software, zoals Linux en Mozilla, gemaakt kan worden zonder de bureaucratische structuur van de firma en zonder de prikkels van de marktplaats zoals we die kennen.

Google verrijkt zichzelf door duizenden bloggers te verrijken door AdSense.

Amazon heeft haar applikatie programmeerinterface opengesteld voor 60,000 ontwikkelaars, ontelbare Amazon winkels.

Ze verrijken anderen, niet vanwege altruïsme, maar als een manier om zichzelf te verrijken.

Ebay heeft het dilemma van de gevangene opgelost en een markt gecreëerd die niet zou hebben bestaan door het creëeren van een terugkoppelmechanisme dat het dilemma van de gevangene omzet in een verzekeringsspel.

In plaats van “geen van ons kan de ander vertrouwen dus dienen we suboptimale keuzes te maken” is het “jij bewijst mij dat je betrouwbaar bent en ik werk mee.”

Wikipedia heeft duizenden vrijwilligers om een gratis encyclopedie te maken met anderhalf miljoen artikelen in 200 talen in slechts enkele jaren.

We hebben gezien dat ThinkCycle het NGO’s in ontwikkelingslanden mogelijk heeft gemaakt om problemen op te laten lossen door design studenten over de hele wereld, inclusief iets dat nu voor noodhulp voor tsunami wordt gebruikt.

Het is een mechanisme voor rehydratatie van choleraslachtoffers dat zo eenvoudig is om te gebruiken dat analfabeten getraind kunnen worden om het te gebruiken.

BitTorrent verandert elke ‘aflader’ in een ‘oplader’ waarmee het systeem efficiënter wordt naarmate het meer wordt gebruikt.

Miljoenen mensen hebben hun desktop computers beschikbaar maken wanneer ze ze niet gebruiken en ze via het internet samen te binden tot een supercomputer collectief die het probleem van eiwitvouwen voor medisch onderzoekers oplost. Dat heet Folding at Home bij Stanford.

Om codes te kraken.

Om leven te zoeken in de ruimte.

Ik denk dat we nog niet genoeg weten. Ik denk dat we nog maar net begonnen zijn met te ontdekken van de grondbeginselen zijn. Maar ik denk dat we daarmee kunnen beginnen. En ik heb niet genoeg tijd om ze allemaal te bespreken. Maar denk eens na over zelfinteresse. Dit gaat allemaal over zelfinteresse en leidt tot meer.

In El Salvador namen beide zijden die zich terugrokken uit de burgeroorlog beslissingen die zich bewezen als een spiegeling van het dilemma van de gevangene.

In de US, in de Filipijnen, in Kenia, over de hele wereld hebben burgers politieke protesten en haal-de-stemmen-op-campagnes met mobiele apparaten en SMS zelfgeorganiseerd.

Is een Apolloproject van samenwerking mogelijk?

Een transdisciplinair onderzoek van samenwerking?

Ik geloof dat de beloning heel groot zal zijn. Ik denk dat we moeten beginnen om dit terrein in kaart te brengen zodat we over de disciplines heen hierover kunnen praten. En ik zeg niet dat het begrijpen van samenwerking ervoor gaat zorgen dat we betere mensen worden. En soms werken mensen samen om slechte dingen te doen. Maar ik help je eraan herinneren dat een paar honderd jaar geleden mensen hun geliefden zagen sterven van ziekten waarvan ze dachten dat ze veroorzaakt waren door zonde of vreemdelingen of boze geesten.

Decartes zei dat we een volledige nieuwe manier van denken nodig hebben. Toen de wetenschappelijke methode voorzag in een nieuwe manier van denken en biologie aantoonde dat micro-organismen ziekte veroorzaakten werd het leed vezacht. Welke vormen van leed kunnen verzacht worden, welke vormen van rijkdom kunnen gecreëerd worden als we een beetje meer van samenwerken zouden weten?

Ik denk dat deze transdisciplinaire verhandeling niet automatisch gaat gebeuren. Het gaat inspanning vereisen.

Daarom roep ik jou op om mij te helpen dit samenwerkingsproject te starten.

Dankjewel.

(Applaus)


Geplaatst

in

, , , ,

door

Reacties

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *