Doorslaggevende universele kenmerken van leven:
- zelfreplicatie—zonder zelfreplicatie is er slechts verval;
- metabolisme—voortdurende stofwisseling met de omgeving (afval is voedsel);
- membranen—halfdoorlatende begrenzing tussen het organisme (het ‘zelf’) en haar omgeving; binnen het membraan is een complex van met elkaar samenhangende (chemische) reacties aan de gang door middel waarvan het systeem zichzelf in stand houdt; membranen voorkomen vrije diffusie—ze informeren de cel, geven het vorm, materialiseren het.
De bepalende kenmerken van leven te vinden in het eenvoudigste systeem dat deze kenmerken vertoont: de (bacteriële) cel: mycoplasma. Hier zijn zelfs een voortdurende stofwisseling (metabolisme) zichtbaar. Voedingsstoffen worden in de cel opgenomen en afvalstoffen worden afgescheiden. De voedsel wordt onophoudelijk benut voor de opbouw van eiwit en andere celcomponenten. Metabolisme, een term afkomstig van het Griekse woord metabole (‘verandering’), is de som van biochemische processen in een levensvorm.
Twee vormen van cellulaire eenvoud:
- Interne eenvoud—de biochemie van het organische milieu in de cel is eenvoudig.
- Ecologische eenvoud—de organismen stellen weinig chemische eisen aan hun (externe) omgeving.
Gecontinueerd leven is eerder een eigenschap van een ecologisch systeem, dan van een enkel organisme. Geen enkel eenvoudig organisme kan op zichzelf bestaan. Leven is eerder een eigenschap van een planeet dan van een afzonderlijk organisme.
- Metabolosiche processen worden gekatalyseerd door enzymen.
- Enzymen worden gespecificeerd door genen.
- Daarom worden cellulaire processen worden genetisch gereguleerd, waardoor ze grote stabiliteit bezitten.
- RNA-moleculen fungeren als boodschappers van gecodeerde informatie voor de synthese van enzymen op basis van het DNA.
- DNA is verantwoordelijk voor zelfreplicatie—een van de doorslaggevende kenmerken van leven.
Sociale levende systemen kennen ook deze natuurlijke eigenschappen:
- Een levend systeem acepteert uitsluitend haar eigen oplossingen—we ondersteunen alleen de dingen die we deels ook gemaakt hebben.
- Een levend systeem heeft alleen aandacht voor zaken die betekenisvol voor haar zijn in het hier en nu.
- In de natuur neemt een levend systeem deel in de ontwikkeling van haar buren—een geïsoleerd systeem is gedoemd.
- De natuur en al het natuurlijke, de mens incluis, is voortdurend in verandering (en zonder “verandermanagement”).
- De natuur zoekt diversiteit—nieuwe relaties openen zich voor nieuwe kansen (niet de “survival of the fittest”).
- “Prutsen” opent de mogelijkheden van het hier en nu—de natuur heeft niet de intentie om perfecte oplossingen te vinden.
- Een levend systeem kan niet gestuurd of gecontroleerd worden—je kan het alleen uitdagen, een zetje geven en prikkelen.
- Een systeem verandert van identiteit zodra het zichzelf anders waarneemt—perceptie is werkelijkheid.
- Alle antwoorden bestaan niet “out there”—soms (vaak) dienen we te experimenteren om te ontdekken wat werkt.
- Wie we samen zijn is altijd anders en meer dan wie we alleen zijn—de kans op emergentie.
- Wij (menselijke wezens) zijn in staat tot zelforganisatie—under de juiste omstandigheden.
- Zelforganisatie verschuift naar een hogere orde.
Deze dynamiek van zelfgeneratie heet autopoiesis. Grieks: letterlijk: zelf-vormend. Het begrip autopoiësis verenigt in zich de twee bepalende kenmerken van cellulair leven: de fysieke begrenzing en het metabolische netwerk.
Het leven laat zich niet toeschrijven aan één enkele moleculaire component (zelfs niet aan het RNA of DNA), maar alleen aan het volledige en samenhangende metabolische netwerk.
Autopoiësis is een helder en krachtig criterium voor het maken van duidelijk onderscheid tussen levende en niet-levende systemen.
Zo zijn virussen niet-levend, omdat ze geen stofwisseling hebben. Buiten een levende cel is een virus een inerte moleculaire structuur, bestaande uit eitwitten en nucleïnezoren. Een virus is in wezen een chemisch signaal, afhankelijk van het metabolisme van de levende cel als gastheer.
Hoe autopoëtisch is jouw toko? Toets jouw toko met de strategische groeivragen voor levende organisaties.
- De diepte in met Fritjof Capra op De eenheid van leven.
- Een overzicht van kenmerken van chaorganisatie op Chaordic Organizations van de Peer-2-Peer Foundation.
Geef een reactie