Sommigen voeren aan dat de voorgestelde Californische ‘waarborgen’ vergelijkbaar zijn met de lokale valuta. Als Californië haar eigen ‘waarborgen’ weet te aanvaarden als betalingen aan haarzelf, kan het deze omzetten naar een goed functionerende munt, vrij van de gebreken waardoor lokale valuta vaak geplaagd worden.
Belang in de lokale valuta’s is in de afgelopen jaren enorm gestegen: bijna 100 Amerikaanse gemeenschappen experimenteren ermee. De veelheid van argumenten in het voordeel van de lokale valuta’s aangevoerd door voorstanders hebben—langs de dimensies sociaal, ecnomie, politiek en milieu—drie gemeenschappelijke thema’s:
- een nationale monopolistische munt geeft aanleiding tot een veelheid van economische, sociale en milieuproblemen;
- lokale valuta leiden tot verbetering van regionale gemeenschappen;
- decentraal geld verschuift de macht terug naar de gemeenschap en verlaagt de bevoegdheid van de nationale overheid door het (h)erkennen van een relatie tussen het monopolie van de uitgifte van de munt en centralisatie.
Tegelijkertijd claimen critici dat de meeste experimenten met lokale valuta snel mislukken. Zelfs de meest succesvolste zullen lokaal gebruik van de nationale munt nooit in belangrijke mate vervangen. Lokale valuta zijn onhandig en lijken in te gaan tegen de heersende stroom van het gebruik van krediet- en debetkaarten in plaats van in contanten. Detailhandelaren hebben een extra boekhouding nodig en kunnen de acceptatie van de lokale valuta voor sommige soorten of hoeveelheden aankopen beperken. Omzetbelastingen moet betaald worden in de nationale munt zodat winkeliers ofwel belastingen moeten innen in de nationale munt of de belasting voor hun klanten moeten betalen.
In sommige gevallen worden lokale valuta’s geaccepteerd op een korting waarbij of de winkelier of de reguliere klant de kosten draagt. Als de detailhandelaar de korting draagt zijn bedrijven met lage marges terughoudend in het accepteren lokale valuta. Tot slot betreft de meeste productie en verkoop in een nationale en mondiale economie economische activiteiten die geografisch verspreid zijn. Hierdoor is het onwaarschijnlijk dat de lokale valuta ooit een grote rol kan spelen.
Aldus critici.
BerkShares
Het BerkSharesprogramma kwam voort uit de voorgaande lokale valutasystemen die in de regio worden gebruikt. Lokale banken onderhouden een primaire (valutawissel-) markt voor BerkShares en verkopen en kopen ze voor $0.90. Lokale handelaren accepteren BerkShares één-op-één tegen de dollar, wat feitelijk neerkomt op 10 procent korting of 10 procent extra koopkracht—het is maar van welke kant je het bekijkt. Anders gezegd, de lokaalkracht is 10%. Een klant kan dus met een BerkShare van 90 cent een artikel geprijsd voor 1 dollar kopen.
Handelaren wisselen eventuele overmaat aan BerkShares bij deelnemende banken in voor dollars tegen het vaste tarief van een BerkShare van 90 cent. Banken houden 100% dollarreserves aan voor de uitgegeven BerkShares en dragen de kosten voor de exploitatie van het systeem. Lokale consumenten en toeristen hebben zo een sterke prikkel voor het gebruik van BerkShares doordat ze kunnen profiteren van de 10 procent korting.
Handelaren hebben een prikkel de BerkShares alleen te accepteren als hun omzet voldoende stijgt ter compensatie van de inkomstendaling als gevolg van de korting. Deze korting wordt geboekt als zakelijke kosten, net als een coupon of verkoopprijs met korting. Er zijn nu meer dan 300 deelnemende detailhandelaars en er zijn ondertussenmeer dan 1,5 miljoen BerkShares in omloop gebracht.
Buckaroo
Een decennium geleden maakte de Universiteit van Missouri-Kansas City (UMKC) een lokale valuta, de Buckaroo—afgeleid van de straattaal van de dollar, ‘buck’ en van de kangoeroe mascotte van de Universiteit)—met twee doelen voor ogen: studenten leren hoe nationale valuta ‘werken’, en voorzien in dienstverlening aan de gemeenschap in het gebied van Kansas City.
De meeste studenten zijn vandaag de dag gewend om diensten aan de gemeenschap te verlenen zodat de tweede doelstelling zou zijn bereikt door te eisen dat elke student vijf uur dienstverlening per cursus dient te voldoen. Met 10.000 ingeschreven studenten in drie vakken elk levert dat 150.000 uren dienstverlening per semester op voor de gemeenschap. Hierdoor wordt aan veel van de gemeenschapsdoelstellingen voldaan. Toch is besloten om in meer flexibiliteit te voorzien en tegelijkertijd de educatieve ervaring te verbeteren. Daarom is de Buckaroo gecreëerd. Om de studenten te kunnen betalen kan elke dienstverlener net zoveel Buckaroos krijgen als ze wensen, onder de voorwaarde dat de ze slechts 1 Buckaroo per uur arbeid betalen.
Als de studenten op de eerste schooldag horen dat zij Buckaroos kunnen verdienen door voor lokale liefdadigheidsinstellingen te werken vragen ze altijd “Maar waarom wil ik Buckaroos?”. Het antwoord is dat iedere student 5 Buckaroos belasting dient te betalen voordat de student kan slagen. Die 5 Buckaroos gelden als studiepunten. Studenten zijn vrij om te bedelen, lenen, sparen of te wisselen tegen dollars of enige andere kostbaarheden om de vereiste Buckaroos te verkrijgen. De overgrote meerderheid van hen kiest ervoor om samen te werken met lokale dienstverleners uit de gemeenschap en daarmee hun Buckaroos te verdienen. Veel studenten werken extra uren en verdienen meer Buckaroos dan ze moeten betalen voor de vereiste belastingen. Ze sparen Buckaroos die ze kunnen wisselen voor dollars of gebruiken ze voor de aankoop van goederen en diensten van collega-studenten.
Een ‘penningmeester’ houdt de ‘uitgaven’ (Buckaroos uitgegeven in het gemeenschapsverkeer) en ‘fiscale inkomsten’ (verzameld door hoogleraren) bij. Het is leerzaam om te weten dat sinds het begin van het programma de ‘schatkist’ elk semester een begrotingstekort heeft omdat de studenten meer Buckaroos verdienen dan nodig zijn voor de betaling van belastingen, sparen voor toekomstig gebruik (of souvenirs) of Buckaroos verliezen.
Regelmatige informele enquêtes peilen de wisselkoers tussen Buckaroo en dollars. Die koers variëert in de loop van het semester: de Buckaroo wordt sterker tegen het einde van het semester als wanhopige uitstellers beseffen dat ze hun belasting moeten betalen.
Gedurende dit decennium is de Buckaroo aanzienlijk in waarde gestegen ten opzichte van de dolla: van een stijging van 5 tot 10 dollar per Buckaroo naar de huidige 10 tot 20 dollar—vermoedelijk als gevolg van het gestegen nominale loon van studenten. Echter, de koopkracht van de Buckaroo is met één studentenuur arbeidskosten per Buckaroo absoluut constant gebleven.
Als dienstverleners in de gemeenschap 2 Buckaroos per uur gaan betalen halveert meteen de waarde van de munt in termen van arbeid. Bovendien vermindert dit waarschijnlijk ook de waarde ten opzichte van de dollar. Echter, zoals elke monopolistische leverancier van valuta, de universiteit haar koopkracht in termen van het enige wat we kopen—studentenuurloon—verzekeren.
Hoe garandeer je het gebruik van valuta?
De Buckaroo is een ‘fiscaalgedreven’ valuta: studenten vragen naar Buckaroos om hun belasting te kunnen betalen zodat ze voor hun cursussen kunnen slagen. De Amerikaanse dollar is ook fiscaalgedreven: de Amerikaanse overheid legt belastingen op in dollars en hecht daar inkomsten of goederen aanvast voor de handhaving van de verplichting. Het brengt dollars in omloop via de aankopen en sociale uitgaven en leningen. Het doel van de Buckaroobelasting is om ‘privemiddelen’ (studentenarbeid) te verplaatsen naar de ‘publieke’ sector van sociale dienstverleners—net zoals dit het geval is met alle belastingstelsels. UMKC schiep de Buckaroo om dat doel van het openbaar belang te dienen.
In het geval van fiscaalgedreven munt is er een gegarandeerde vraag naar de valuta ten minste even groot is als het totale belastingbedrag zo lang als de belasting afdwingbaar is. Zoals het Buckarooprogramma aantoont zal de werkelijke vraag groter zijn dan de verschuldigde belasting omdat er een wens om extra geld te verdienen en op te potten.
Voorziene uitbreidingen van het programma betreffen lokale studentencafé’s die Buckaroos accepteren voor een cappuccino terwijl de uitbater student baristas een loonpremie uitbetaald in Buckaroo (uiteraard passend binnen de fiscale wetgeving!). In dat geval breidt de vraag naar Buckaroos uit, aangewakkerd door gebruik anders dan de belastingen en de betaling voor dienstverlening aan de gemeenschap—net zoals de dollar wordt gebruikt buiten transacties met de overheid.
De dollar en de Buckaroo zijn niet uniek; inderdaad kan worden gesteld dat in de hele geschiedenis belastinggedreven valuta de regel zijn, niet de uitzondering. Maar een debat over deze claim is zinloos—het enige wat we dienen te begrijpen is dat het afdwingen van een belasting voldoende is om de vraag naar een valuta te verzerken.
Zoals besproken hebben de meeste lokale valuta gefaald (slechts 17 van de 82 valuta geschapen tussen 1991 en 2004 waren blijvend). Degenen die slaagden deelden een combinatie van de volgende kenmerken:
- een wisselkoers gekoppeld aan een sterke nationale munt door een vertrouwde instelling;
- substantiële leveringen van werklozen of werknemers met overcapaciteit;
- bedrijven met overtollige capaciteit; en
- een sterke gemeenschapszin onder leiding van de liberale burgerij.
Deze kenmerken zijn niet altijd makkelijk te repliceren, noch zijn zij noodzakelijkerwijs wenselijk. Als het doel is om de monopolie van de nationale munt van haar plaats te stoten dan lijkt de koppeling daarvan met de lokale munt inconsequent, vooral wanneer je vreest dat het beleid van de nationale regering het op- en wegblazen van de waarde van de nationale munt is. Als werkloze werknemers en de overtollige capaciteit nodig zijn om de lokale valuta sterk te houden kan het slagen van de opbouw van een duurzame regio de munt bedreigen.
Kan de belastinggedreven lokale valuta werken? In Argentinië, toen de financiële crisis verdiepte na 2000, begonnen lokale overheden ‘Patacones’ (obligaties met rente) als de lokale valuta uit te geven en betaalden werknemers en leveranciers hiermee, en accepteerden ze als betaling van belasting. Nutsbedrijven begonnen ze te accepteren, wetende dat zij een deel van hun belastingen daarmee konden betalen. UIteindelijk verspreidde de acceptatie ervan zich zelfs naar internationale bedrijven zoals McDonald’s.
Een lokale overheid kan bijdragen aan het stimuleren van de verspreiding van BerkShares door het accepteren ervan voor belastingbetaling. Bedrijven en huishoudens met lokale belastingen worden zo aangemoedigd BerkShares te accepteren. Tegelijkertijd kan de lokale overheid een deel van haar rekeningen betalen in lokale valuta waardoor ze weer dollars overhouden voor andere doelen. Tenslotte genereert een toename in de vraag naar de lokale munteenheid steeds meer werkgelegenheid zo lang als er atlijd werk beschikbaar is voor iedereen die zich wenst te inzetten voor BerkShares,.
Californië kan haar waarborgen omzetten in een soevereine munt door haar te accepteren als de betalingen aan de staat. Merk op dat ze ze niet moeten verheffen tot wettig betaalmiddel waarmee zowel publieke als private schulden betaald kunnen worden—dit is iets wat het niet kan doen.
Als lapmiddel zorgt dit voor een vraag naar de schuldbewijzen van de staat. Iedere individuele leverancier, aannemer of zelfs ambtenaar zal de nieuwe schuldbewijzen van de staat accepteren tot aan ieders individuele verwachte belastingverplichting. Uiteindelijk zullen de schuldbewijzen ook worden aanvaard door de detailhandel en anderen die ook verplichtingen aan de staat hebben. Dit betekent dat de staat uiteindelijk een aantal schuldbewijzen kan uitgeven dat gelijk is aan de som van al deze verplichtingen verschuldigd aan de staat op jaarbasis.
De volgende stap is de uitgifte van rentevrije schuldbewijzen. De belastingen, vergoedingen en pandrechten volstaan om vraag te genereren zonder rente te beloven. Valuta is gewoon rentevrije schuldverklaring. De staat kan ook haar eigen valuta accepteren voor de betaling van honoraria en collegegeld voor overheidsinstellingen voor hoger onderwijs en daarmee de vraag ernaar laten toenemen.
In tegenstelling tot andere lokale valuta in het land, zoals de BerkShare in Massachusetts, is de nieuwe Californische munt dan ‘belastinggedreven’, dus duurzaam. Met andere woorden, het is een soevereine valuta ondersteund door de mogelijkheid van de staat tot het opleggen van belastingen.
Naar het Nederlands gehaald vanuit BerkShares, Buckaroos en Bear Dollar: What Makes a Local Currency Tick? door L. Randall Wray
Geef een reactie